zondag 27 januari 2008

voorleestips

Voorleestips


Kies een boek dat past bij de leeftijd en de interesses van je kind.

Zorg dat er rust is en weinig afleiding.

Lees het boek eerst zelf (gedeeltelijk) door. Zo weet je wat er gaat gebeuren, kun je daarop inspelen tijdens het voorlezen en is het makkelijker om vragen te beantwoorden.

Bespreek samen met je kind de kaft van het boek voordat je start met lezen. Wat is er allemaal te zien?

Vertel kort wat over de inhoud van het boek. Maak je kind nieuwsgierig naar het verhaal!

Maak tijdens het lezen oogcontact met je kind en las af en toe een pauze in om wat te vertellen over het verhaal. Geef hem/haar de ruimte om te reageren. Alle vragen zijn goed, het zorgt ervoor dat je kind betrokken blijft bij het verhaal.

Houd je kind tijdens het lezen in de gaten. Merk je dat je dat hij/zij het wel erg spannend of zielig vindt? Stop dan even met lezen en stel je kind gerust door wat te vertellen over het verloop van het verhaal: "Volgens mij komt alles weer goed."

Prikkel de fantasie van je kind door hem of haar de afloop te laten voorspellen. "Wat denk dat je er gaat gebeuren?"

Sta stil bij moeilijke woorden. Lees moeilijke woorden gewoon voor, maar pauzeer even om uit te leggen wat ze betekenen. Op deze manier leert je kind nieuwe woorden bij.

Maak gebruik van je stem (varieer in toonhoogte, volume en intonatie) en je armen (maak bewegingen) om het verhaal zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren. Overdrijf dit echter niet, want dat leidt de aandacht af.

Praat na over het boek. Vraag of je kind het verhaal in eigen woorden kan navertellen. Zo gaat hij/zij het verhaal beter begrijpen.

Wil je kind hetzelfde boek nog een keer lezen (en eventueel nog een keer, nog een keer, nóg een keer...)? Gewoon doen! Kinderen houden van herhaling en ze ontdekken telkens weer iets nieuws in hetzelfde verhaal.

Geen opmerkingen: